Wat kun je lezen in het gelaat?
In het gelaat ontmoet je de ander. Na je waarneming ga je meestal interpreteren. Je beoordeelt op wat je ziet, vaak zonder je daar bewust van te zijn, dus op basis van onbewuste drijfveren. En dan kun je tot verkeerde conclusies komen. In het verleden zijn mensen al veelvuldig veroordeeld op uiterlijke kenmerken. Je kunt leren waar te nemen, zonder te oordelen.
De vorm van het lichaam, dus ook van het gelaat, heeft een diepere betekenis. ‘De geest is in de vorm’ is een uitspraak van Goethe. Hij weet daarmee treffend een wijsheidsbeginsel aan te geven. De vorm geeft ons inzicht als we er zonder oordeel naar kijken.
Alles in elke vorm heeft zijn reden.
Gelaatkunde (fysiognomie) is kennis van de werkelijke betekenis van het gelaat. Het is een van de takken van morfologie, zoals ook de handanalyse en de iriscopie. Als je de vormgevende beginselen begrijpt kun je zien wat werkelijk is.
Elke mens leeft vanuit drie basisfuncties, het DENKEN, het VOELEN en het WILLEN. Deze driegeleding zie je in alle verschijningsvormen in de kosmos, beginnend bij de drie dimensies van ruimte en die van tijd. En we zien ze terug in de vorm van planten dieren en mensen. Denk bijvoorbeeld aan de betekenis van verleden, heden en toekomst in onze spirituele ontwikkeling. En meer tastbaar, aan de driedeling van het gelaat.
Het voorhoofd staat in de morfologie voor denken, waarnemen en spiritualiteit. Het heeft verbinding met hoe wij in de mentale wereld staan. In mijn systeem van gelaatkunde duid ik dat aan met ‘gebied I’. Het gebied van neus en wangen duid ik aan met ‘gebied II’. Dit geeft aan hoe het gevoelsleven functioneert. Dit staat voor onze verbinding met de sociale wereld. En het gebied van mond en kaak geeft onze houding aan ten opzichte van het willen. Dat noem ik in de gelaatkunde de fysieke wereld, gebied ‘III’. De onderlinge verhoudingen qua lengte, breedte en diepte geven aan wat voor ons meer, of juist minder van belang is.